Gebieden
Gebieden
Hieronder vind je directe links naar de belangrijkste vogelgebieden in de regio. Elk gebied herbergt zijn eigen specialiteit in elk jaargetijde. Watervogels vind je onder meer bij de Hondsbroekse pleij, Grote- en kleine Gelderse waard en Lingezegen. Bosvogels in Sonsbeek, Zijpendaal of Deelerwoud. Voor een Wielewaal is Leusveld vanaf eind april je beste gok.
Kom je zelf vaak in een gebied dat in deze lijst niet mag ontbreken? Neem dan contact op met de webmaster via het contactformulier. Veel vogelplezier!
Beschrijving
De naam van dit prachtige deel van de Veluwezoom roept vragen op! Maar die vraag, wat is er onzalig aan, is nooit opgelost. En onzalig is het een groot deel van het jaar allerminst. De Onzalige Bossen bestaan voor een groot deel namelijk uit prachtig oud loofbos en lanen van eik en beuk op een rijke bodem. En het terrein is er erg heuvelachtig, waardoor het steeds verrassend is en blijft.
Soorten
In het oude loofbos zitten vrijwel alle soorten die je er mag verwachten: van Boomklever en Glanskop tot Appelvink en Vuurgoudhaan. Fluiters broeden er op de grens van beuk en eik. De Kortsnavelboomkruiper is hier op diverse plaatsen te horen. Sinds de Middelste Bonte Specht er broedt, kun je hier alle spechten aantreffen. Nou ja, behalve de Draaihals natuurlijk die van schrale toestanden houdt. Raaf, Havik en Buizerd vliegen er ook rond.
Wilde zwijnen en Edelherten kun je hier overal aantreffen, ook overdag. Als de varens hoog zijn en de eiken volop in blad zitten, moet je soms goed zoeken. Een ontmoeting met een boommarter is geen uitzondering.
Ligging
Een prachtige uitvalsbasis voor een bezoek aan de Onzalige Bossen is de Carolinahoeve. Je zit er ook nog eens prima en de pannenkoeken smaken er goed. Vanaf de parkeerplaats Lappendeken, net ten noorden van De Steeg, loop je er trouwens ook zo heen. Het is wel zaak je looprichting een beetje in de gaten te houden. Door de rond lopende paden en de heuvels ben je er zo de weg kwijt. Hoewel dat ook weer zijn charmes heeft.
Beschrijving
Toen de Loowaard, vlak bij het dorp Loo, aan de natuur werd teruggegeven, nadat de daar gevestigde steenfabriek Loowaard in 1998 de activiteiten beëindigd had, ontwikkelde zich een terrein met ruige begroeiing van voornamelijk akkerdistel. ’s Zomers maakte de massa pluizen van die planten het de bewoners behoorlijk lastig. Het terrein werd begraasd met Galloway-runderen en Koniks, en Fokko Erhart die voor Stichting Ark de paardenkudde beheerde, mocht de mensen vertellen dat het binnen enige jaren beter zou worden, als de distels meer concurrentie van andere planten zouden krijgen… Er zijn nog steeds ”haarden” van distels, maar de flora is inmiddels soortenrijk met een aantal stroomdalplanten en ook pioniersoorten. Pioniers onder de vogels waren er ook: Grauwe gors en Kwartelkoning, bijvoorbeeld. Door alle activiteit van de steenfabriek en afgravingen is het terrein plaatselijk nogal geaccidenteerd. Evenwijdig met de Loodijk loopt een strang met een wiel (wiel = waal of waai, dus dijkdoorbraakplas), wat de Loowaard ook aantrekkelijk maakt voor steltlopers en eenden. Dat vlakke gedeelte is goed begaanbaar; het centrale deel is alleen toegankelijk doordat de paarden en runderen enige vaste paadjes door de ruigte hebben gecreëerd. Dichter bij de rivier (Nederrijn) loopt een recht pad als restant van de transportweg van het afgravingswerk; de oever is weer grotendeels vlak. Een rondwandeling is dus mogelijk, maar doorsteken is op veel plekken lastig.
Soorten
Dicht bij de rivier, bij de resten van het fabriekscomplex, hebben Oeverzwaluwen een kolonie in een steil oevergedeelte. Het vlakkere terrein geldt als een bolwerk voor Gele Kwikstaart, met in de ruige begroeiing ook Sprinkhaanzanger, Bosrietzanger, Rietgors en Grasmus. Kans op Grauwe gors. Vanzelfsprekend ook veel Putters, op de distels en in de populieren die op de hogere stukken groeien. Zwarte roodstaart bij de fabrieksrestanten. Aan de strang steltlopers en eendensoorten als Krakeend, Wintertaling en Zomertaling.
Type
Uiterwaard – deels voormalig landbouwgebied – met restanten van een steenfabriek, enige verhogingen in het terrein en oevers van de Nederrijn. Het gebied is vrij toegankelijk; men dient rekening te houden met de aanwezige runderen (Galloway) en paarden (Konik).
Ligging
De Loowaard is alleen bereikbaar vanaf de toegangsweg naar de havezate in het gebied, die in 1467 als Huis Loowaerd al werd vermeld; eigenaar was Johan van der Loe, drost te Zevenaar. Het gebouw is nu particulier bewoond en niet toegankelijk; de toegangsweg vanaf de dijk stopt even voorbij het huis bij een slagboom en veerooster. Parkeren kan aan de dijk, waar de Lijkweg (verlengde van de Dorpsstraat) uit Groessen uitkomt op de Loodijk.
Velperwaarden
Beschrijving
De Velperwaarden liggen nabij Velp en worden ingeklemd door de IJssel, bedrijventerrein de Beemd en de snelwegen A348 en A12. Het is een lang gerekte uiterwaard die voornamelijk bestaat uit grasland, maisakker en een perceel wilgenbos. Een tichelgat en enkele ondiepe plasjes vlakbij de dijk naast de Beemd zijn aantrekkelijk voor steltlopers en eenden. Die onderbreken de trek in het voor- en najaar om hier te rusten en bij te tanken. In het wilgenbos worden voornamelijk algemene bosvogels aangetroffen. Het grasland en de maisakkers bieden ruimte en voedsel voor Kievit, Grauwe gans en diverse soorten meeuwen. ’s Winters grazen hier duizenden ganzen waaronder Kolgans, Brandgans en Grauwe gans. In het landschap staan ook meidoornhagen die broedgelegenheid bieden aan kleine zangvogels als Grasmus, Braamsluiper, Ringmus en Zwartkop.
Soorten
In het voorjaar is het een komen en gaan bij de plasjes. Veel steltlopers en eenden verblijven hier tijdelijk met name Kuifeend, Slobeend, Pijlstaart, Grutto, Lepelaar, Watersnip, Regenwulp, Groenpootruiter, Zwarte Ruiter, Oeverloper, Bosruiter, Kleine Plevier en Tureluur. Ook zeldzame soorten als Bokje, Bonte Strandloper, Temmincks Strandloper en Zomertaling kan je aantreffen. Wilde Eend, Krakeend, Meerkoet, Kleine Plevier, Tureluur, Scholekster en Kievit broeden hier elk jaar. In de winter zijn hier Wintertaling en Smient te vinden.
Ligging
De Velperwaarden zijn te bereiken te voet en met de fiets of auto. Vanuit Velp de Rietganssingel uitfietsen. Ga onder het viaduct (A348) en sla direct rechts af en volg het fietspad naar de dijk. Iets naar rechts liggen de plasjes. Naar links loopt het fietspad naar het noorden door de Velperwaarden naar de IJssel.
Vanuit Arnhem neem je het fietspad door bedrijventerrein IJsseloord II tot aan de dijk en sla je linksaf. Volg dan het pad onder de IJsselbrug en sla rechtsaf op de dijk naar de plasjes.
Kom je met de auto neem dan op de Velperbroek rotonde de A348 richting Dieren/Zutphen en neem de eerste afslag naar de Beemd. Rij dan rechtdoor tot aan de kruising. Sla rechts af en dan weer links naar de dijk. Parkeren op straat is verboden dus de auto moet op het parkeerterrein van een bedrijf staan. Loop vervolgens op het fietspad naar de dijk. Verlaat het bedrijventerrein via de zelfde route en neem de enige oprit naar de A348 richting Zutphen.
Moet je terug naar Velperbroek neem dan de volgende afslag (Velp) en rij via de oprit (Arnhem) terug naar Velperbroek.
Route via Google Maps
Type
Uiterwaardenlandschap met meidoorn hagen en wilgenbos
Beschrijving
De Hondsbroekse pleij ligt direct ten noordoosten van de scheiding van het Pannerdensch kanaal en de IJssel. Het gebied ligt ingeklemd tussen de nieuwe rivierdijk en de oude dijk die langs Westervoort loopt. Tegenwoordig is deze uiterwaard ingericht vanuit het project “ruimte voor de rivier”. Een mix van moeras, grasland en 2 grote plassen zorgen voor een flinke diversiteit aan soorten vogels. Door het veranderende waterpeil is het altijd spannend wat je zult aantreffen. Voor 2010 stonden hier echter nog huizen en een compostverwerkingsbedrijf. Deze zijn afgebroken en zo ontstond er een uiterwaard. De glooiende oevers van de 2 plassen hebben speciale aantrekkingskracht op Steltlopers. De graslanden rondom trekken juist grazers zoals Ganzen en Eenden aan die dit gebied gebruiken om te overwinteren. Tevens is “de pleij” het enige gebied in Oost-Nederland waar zo’n grote groep Wulpen overwintert. De 700 tot 900 exemplaren foerageren in losse groepen in en rond dit gebied en slapen gezamenlijk op de landtong van de Nieuwe haven of op de Hondsbroekse pleij. Het is een spektakel om tegen zonsondergang de groepjes Wulpen al roepend te zien invallen.
Soorten
Vanaf de hoek IJsseldijk en Veerdam heb je een prachtig uitzicht over de noordelijke plas. Zeker in de winter levert dat vaak honderden Smienten, tientallen Slobeenden, Wintertalingen, Knobbelzwanen en Futen op. In de zomer gebruiken Visdief, Kleine mantelmeeuw, Scholekster en Veldleeuwerik de omgeving als foerageergebied. Tijdens de voorjaarstrek is dit tevens een zeer goede plek om Steltlopers te zien. Kemphaan, Tureluur, Groenpootruiter, Kluut, Watersnip, Kleine Plevier en IJsvogel zijn geen bijzonderheid voor dit gebied. Ook zeldzaamheden als Zilverplevier, Bontbekplevier, Temmincks strandloper, Geoorde fuut, Kleine strandloper en zelfs Breedbekstrandlopers zijn hier gezien. Verder vind je in het grasland rond de plassen onder andere Tapuit, allerhande Kwikstaarten, Ringmus, Oeverzwaluw, Patrijs, Roek en Paapje.
De hoek van de Veerdam en de Kleine pley (de westzijde van de tweede plas) leent zich in het najaar uitstekend voor trektellen. De vogels vliegen dan vanuit noordwestelijke richting over je heen. De kans op grote groepen vinkachtigen, Sijzen, Piepers en andere zangvogels is dan aanwezig. Getuige de meer dan 180 waargenomen soorten is dit gebied voor vogels een werkelijke hot spot.
Ligging
Indien je met de auto vanuit Arnhem komt sla je onderaan de brug rechtsaf. Je rijdt de straat uit en gaat aan het einde rechts omhoog. Je rijdt dan tegen de Hondsbroekse pleij aan. Er is een kleine parkeergelegenheid op de hoek van de IJsseldijk en de Veerdam. Daar heb je uitzicht over de noordelijke plas en zelfs over de Koningspleij aan de andere kant van de rivier. Loop daarna in zuidelijk richting of ga de Veerdam op om de zuidelijke plas te kunnen bekijken. Je ziet dan in de verte de betonnen waterkering.
Met de fiets kun je direct na de brug het talud rechts naar beneden volgen. Sla onderaan links af en je hebt de pleij direct aan je rechterzijde. Je kunt vanaf de fiets het hele gebied prima vanaf de dijken overzien.
Beschrijving
Van alle dijkdoorbraakplassen in de Liemers heeft de Jezuïetenwaai onder natuurliefhebbers vermoedelijk de grootste bekendheid. Veel andere kolkplassen met een eigen naam hebben op zich niet echt genoeg te bieden voor een wat langere excursie, maar het gebied van de Jezuïetenwaai is veelzijdiger, want het omvat naast de grote waai zelf ook enige kleinere poelen, een stuk Oude Rijn, rietland, ruig grasland en stroken uiterwaard met meidoornhagen en stukken houtwal. De combinatie van biotopen heeft vanzelfsprekend zijn weerslag in de variatie en ook in de aantallen van dier- en plantensoorten. De waai zelf is met de ondiepe gedeelten en slikranden aantrekkelijk voor grondeleenden en steltlopers, de diepe langgerekte loop van de Oude Rijn trekt daarnaast ook veel overwinterend waterwild aan, zoals duikeenden en ganzen. De hoogspanningsmasten pal ten zuiden van het toegankelijke deel van het gebied vormen een minder natuurlijk landschapselement, maar hebben wel de vestiging van Slechtvalk opgeleverd.
Het gebied van de Jezuïetenwaai is vrij toegankelijk via twee metalen klaphekjes aan de Leuvensedijk, op loopafstand van elkaar. Bij het westelijke hekje bevindt zich een informatiebord met historische en natuurhistorische gegevens. De naam van de waai wordt niet verklaard; je mag aannemen dat de Jezuïeten (de kloosterorde zat in Emmerich) hier ooit terrein hebben aangekocht, zoals ze dat ook elders in Gelderland deden, als beleggingsobject. Vanaf het dijktalud loopt een pad langs een kleine poel en een meidoornhaag naar de oever van de strang, waar jaren geleden een kijkhut stond met zicht op de nestvlotjes die daar elk voorjaar voor de Zwarte sterns worden geplaatst. Het aantal van deze ”broedvlonders”, zoals Staatsbosbeheer ze noemt, is de laatste jaren wel aanmerkelijk verminderd. De observatiehut met banken is destijds afgebrand, maar de sterns zijn op hun nesten nog uitstekend te zien in de strook water tussen grasland en rietkraag. Een stukje vóór de plek van de vroegere kijkhut kun je linksaf langs een rietveld lopen naar een doorsteekpunt in de daar gelegen houtwal; je komt dan achter een andere meidoornhaag terecht, bij rietland waar een kleinere poel ligt. Er is een overstapje bij prikkeldraad, maar het rietland is verboden gebied (vroeger was daar een knotwilgenlaantje, als onderdeel van een wandelroute door het rietmoeras). Aan het oostelijke eind van de haag moet je weer doorsteken naar het uiterwaardgedeelte bij de dijk en kom je bij het tweede klaphekje, boven aan het dijktalud.
Enige jaren geleden is de Leuvensedijk in westelijke richting doorgetrokken, als een verhard fietspad met twee veeroosters. Dat fietspad buigt mee met de oever van de Jezuïetenwaai en biedt uitstekend zicht op de lage begroeiing en het ondiepe water, met vaak concentraties van eenden, meeuwen en steltlopers. Verderop wordt de afstand tussen dijkfietspad en water groter: goed terrein voor Graspieper, Gele kwikstaart, Veldleeuwerik en soorten van hogere uiterwaardbegroeiing. Het fietspad komt een heel eind verder uit naast het tunnelgedeelte van de Betuwespoorlijn, en eindigt in een T-splitsing tussen het bekende mammoetkunstwerk en het Kandia-gemaal.
Soorten
De Jezuïetenwaai heeft door het aangrenzende rietmoeras een reputatie als broedgebied van Roerdomp en Grote karekiet. Bruine kiekendief, Rietzanger, Blauwborst en Bosrietzanger zijn te vinden in het gedeelte achter de oostelijke houtwal en het achtergelegen rietland.
In het voorjaar worden de diverse poelen in het terrein ook bezocht door Grutto, ruitersoorten, Watersnip, Visdief, soms Lepelaar en Kluut (voorjaar 2016 ook Steltkluut) en natuurlijk zijn er Grote zilverreigers. De oevers van de waai met hun lage begroeiing geven soms een concentratie aan eenden (bijvoorbeeld Wintertaling), Kieviten en meeuwen te zien. Van de grotere zoogdieren kunnen Bever en Beverrat worden vermeld. Het voorkomen van Visotter krijgt vooralsnog een vraagteken.
Type
Uiterwaardlandschap met dijkdoorbraakplassen en Oude Rijnloop, meidoornhagen, rietland.
Ligging
De Leuvensedijk, genoemd naar het dorpje Leuven of Leuffen, dat in 1799 bij een dijkdoorbraak is verzwolgen, is niet toegankelijk voor autoverkeer. Bezoekers van het terrein kunnen de auto parkeren in de berm van de parallel lopende Leuvensestraat. Die loopt vanaf de Pannerdenseweg pal ten zuiden van Zevenaar (onder de namen Leuffenseweg, Ooysebrug en daarna Leuvensestraat), bij de roekenkolonie net voorbij tuincentrum Groenrijk, in de richting van Groessen, tot een haakse bocht bij het boerderijtje De Driehoek, dat ligt naast de ”oprit” (niet voor auto’s dus) naar de Leuvensedijk. Deze weg gaat als Leuvensestraat via de Schraleweidsestraat (een zijweg links) naar het eind van de Dorpsstraat van Groessen.
Wie vanuit Zevenaar in Groessen terechtkomt, moet de Dorpsstraat volgen (langs de kerk) tot aan het kruispunt Schraleweidsestraat (de Dorpsstraat gaat als Lijkweg rechtdoor naar de dijk bij Loo), de Schraleweidsestraat helemaal volgen tot de Leuvensestraat en daar rechtsaf de weg volgen tot de genoemde scherpe knik bij het witte boerderijtje De Driehoek; links daarvan is ruimte om te parkeren. Een beetje lastig, als gevolg van het mammoetproject Betuwelijn, maar Google Maps helpt en vanuit Zevenaar is het niet ingewikkeld.
Wie op de fiets komt, kan natuurlijk via Loo het pad langs de Mammoet volgen en dan even vóór het Kandia-gemaal linksaf het bovenbeschreven fietspad langs de waai nemen om bij het klaphekje aan de Leuvensestraat te komen.
Beschrijving
Een lange naam voor een heel groot gebied. De Worthrhederheide, zoals het in de volksmond heet, is een honderden hectares groot, open, droog heideveld. Het hoorde oorspronkelijk bij het gehucht Worthrheden dat tussen Rheden en Velp ligt. Het vormt landschappelijk een eenheid met het Rozendaalse Veld waardoor hier een ongekende openheid is te vinden. Door de uitgestrekte begroeiing met pijpestroo en het golvende aardoppervlak lijkt het wel een savanne. De Worthrhederheide is het hele jaar door een bezoek waard, hoewel het er in de winter heel desolaat en stil kan zijn. Maar dat is ook weer bijzonder.
Soorten
In het voorjaar is de Boomleeuwerik hier de eerste boodschapper van het nieuwe seizoen. Langs de zandige paden en de Burgermeester Bloemersweg, in het oosten, komt deze soort het meest voor. Als snel volgen Roodborsttapuit en Boompieper. Tapuit blijven tot ver in mei in het gebied hangen, soms in grote groepen, maar broeden hier zelden. Ook voor Beflijster is het een goed gebied, ooit verbleef er een groep van meer dan 20 vogels, en in april is het ieder weer spannend hoe lang de Klapekster blijft hangen. Op deze heide liggen 3-4 winterterritoria. In de meidoorn midden op de heide hangen soms muizen of levendbarende hagedissen te ‘drogen’. Hoewel de Veldleeuwerik ook hier is afgenomen, is het een van de weinig plekken waar ze nog volop te horen en zien zijn. Ook een enkele Graspieper, Kneu en Grasmus bewoont de heide. Door de openheid heb je vanaf de heide een goed zicht op de omliggende bossen en kun je Buizerd, Havik, Boomvalk en Wespendief zien vliegen. Raaf is hier jaarrond te zien en vooral ook te horen. Hun roep klinkt kilometers ver over de heide. Voor hen is er altijd wat te eten op en om de heide. De Nachtzwaluw is vanaf eind april al te horen, maar eind mei en in juni ratelen ze op hun best. In de late avondschemer, of juist ’s-morgens heel vroeg, kun je hier meerdere vogels tegelijk zien en horen.
In de zomer wordt het knap stil op de heide en is het er overdag gloeiend warm. Maar als de zomer over haar top is en herfstige ochtenden zich aandien, is het er prachtig. Verder in het najaar kleurt de struikheide paars, maar overheerst het goudgeel van de pijpestroo. Dan komt ook snel weer de Klapekster terug uit het Noorden en zoeken Blauwe Kiekendieven, die er soms ook gezamenlijk slapen, laag boven de begroeiing vliegend naar prooi. Dat zijn dan onder andere Graspiepers of Rietgorzen. Deze blijven hier de hele winter hangen, zolang er geen sneeuw ligt. En als er dan sneeuw ligt, is het er dood- en doodstil. Maar is er altijd nog wel een Raaf die wat levendigheid brengt.
Jaarrond verblijven er edelherten op en om de heide. In de bronsttijd van de edelherten is de Worthrhederheide een van de beste gebieden om dit spektakel te beleven (vooral vanaf de Tunnekesweg, Bloemersweg en de Elsberg).
Type
Droge heide
Ligging
De Worthrhederheide is vanaf alle kanten goed te bekijken en te bezoeken. Bijvoorbeeld vanaf de parkeerplaats bij de Brandtoren en het begin van de Tunnekesweg. Vanaf de Elsberg heb je een prachtig zicht op het golvende landschap met haar bewoners.
Beschrijving
In Zevenaar, midden in de Liemers – het rivierengebied tussen Rijn, IJssel en Oude IJssel – wordt wel gesproken over ”de ward”. Daarmee wordt dan de Gelderse Waard bedoeld, het uiterwaardgebied tussen noordelijke en zuidelijke strangen van de Oude Rijn, of beter gezegd: de Oude-Rijnstrang en de Oude Rijn zelf. Het westelijke gedeelte heet Groote Geldersche Waard en is niet vrij toegankelijk, met uitzondering van een stuk wandelroute ”Gangen door de Rijnstrangen”, via het bekende zelfbedieningspontje over de Oude Rijn aan de Berghoofdseweg. Een dergelijk trekveer moet ook worden gebruikt om de Kleine Geldersche Waard te bereiken, bij de oude veerstoep van Aerdt, die ligt aan de Aerdtsedijk tussen het dorp Aerdt en de Aerdtseweg (Huis Aerdt). De genoemde natuurroute loopt grotendeels om de beide uiterwaardgebieden heen. Een toegangsweg met de naam ”Gelderse Waard” bevindt zich tegenover de Breuly, de grote dijkdoorbraakplas (openlucht-zwembad) van Oud-Zevenaar, bij de sterrenwacht en de Panoven. Deze verharde weg voert vanaf de Ooysedijk naar de noordelijke Oude-Rijnstrang en loopt daar achter een hek door naar een agrarisch complex (Stichting Twickel); vlak vóór dat hek begint rechts een smal wandelpad dat even verderop na een overstapje de ”Waardensedam” en de oever van de strang volgt (het heet daar Rosandse Polder, want je blijft ten noorden van het water). Het pad buigt na enige tijd af bij een breder stuk water, waar een kolonie Zwarte sterns op vlotjes broedt. Het moerasgebied is verder langs de route behoorlijk aan het verlanden. Het pad komt via een sluisje (Waardse Sluis, kans op IJsvogels) even voorbij het einde van de Ooysedijk op de grotere weg uit: de verbinding van de Pannerdenseweg naar de Berghoofdseweg.
Halverwege de Berghoofdseweg ligt de brug over de Oude Rijn, met een parkeerplaats en een terreintje met banken. Dit is een prima plek voor waarneming van Roerdomp en Grote karekiet, al is het verkeerslawaai bij de brug vaak hinderlijk. Het trekpontje biedt de mogelijkheid om wat afstand te nemen! Een stuk verder, waar een smalle strang onder de weg doorloopt, gaat een paadje onder langs een houtwal naar een bosstrook die doorloopt tot de strangoever; het buigt uiteindelijk af bij een kanaaltje van het Gemaal Oude Rijn aan de Deukerdijk (die verderop Aerdtsedijk heet). Langs de Aerdtsedijk is er weer een aftakking, herkenbaar aan een ooievaarswiel op paal (broedpaar in mei 2016) en dan – voorbij het dorp zelf – het pad bij het voormalige veerhuis naar het oostelijke trekpontje.
Soorten
Aan de Berghoofdseweg veel winterganzen, ook Brandganzen, vooral op het uiterwaardgebied aan de westelijke kant. Eendensoorten en Zilverreiger bij de brug, Roerdomp in het rietland aan de oostkant, waar ook Grote karekiet en kans op Buidelmees. Zwarte stern en rietvogels aan de Oude Rijnstrang bij de Waardense Dam. Bij een kleine ronde poel aan de Aerdtsedijk kans op Roodborsttapuit. IJsvogel wordt gezien bij de Waardse Sluis en bij de Oude-Rijnstrang aan de Berghoofdseweg, Visarend ook wel eens bij de brug daar. Oeverzwaluwen bij een wetering in de Kleine Geldersche Waard. Soms concentratie van Wulpen en Ooievaars in de omgeving van historische boerderij De Nooteboom.
Type
Uiterwaardgebied met rietlanden langs rivierloop en strangen van de Oude Rijn, grasdijken met poelen (op een ekele plek veel krabbenscheer).
Ligging
Er is parkeerruimte bij de Martinuskerk van Oud-Zevenaar, bij de Breuly (Oud-Zevenaar, waar je via de weg Gelderse Waard de Groote Geldersche Waard in kunt) en aan de Berghoofdseweg een stukje voorbij de brug. Voor de Kleine Geldersche Waard lijkt de omgeving van Huis Aerdt of de kerk van het dorp de beste parkeermogelijkheid te bieden. Huis Aerdt ligt aan de Aerdtseweg, die vanuit Babberich naar Herwen voert, tegenover het kruispunt met de Aerdtsedijk.
Beschrijving
Landgoed Leusveld ligt op de overgang van Veluwe naar IJsselvallei. Natuurmonumenten heeft dit mooie gebied bij Brummen in beheer. Je vindt er allerlei soorten natuur: oud gemengd bos, kruidenrijk grasland, turfveen en moerasbos. Een deel van het bos ligt op rabatten. Leusveld heeft een gevarieerde vogelbevolking. Koekoek, boompieper, tuinfluiter en wielewaal laten zich hier horen en met wat geluk zien. Vijf spechtensoorten zijn present; de grote, middelste en kleine bonte specht en de groene en zwarte specht. Roofvogels zoals de wespendief broeden in de omgeving. Bijzonder zijn ook de kamsalamander, knoflookpad, kleine ijsvogelvlinder en de vele ringslangen, orchideeën en paddenstoelen.
Soorten
April-mei is de beste tijd voor een vogelwandeling in Leusveld. De zomergasten zijn dan terug in ons land: Zwartkop, Fluiter, Grasmus, Boompieper, Tuinfluiter, Kleine Karekiet, Grauwe Vliegenvanger, Geelgors, Wielewaal, Bosrietzanger, Spotvogel. Roofvogels: Boomvalk, Wespendief.
Jaarrond onder andere: Appelvink, Goudvink, Goudhaan, Holenduif, Matkop, Glanskop, Bosuil, Buizerd, Havik, Sperwer, Groene Specht, Zwarte Specht, Middelste Bonte Specht, Boomklever, Winterkoning, Putter, Kneu, IJsvogel.
Bij vogelkijkhut Kiekuut: Blauwe Reiger, Dodaars, Grote Zilverreiger.
Type
Uiterwaardgebied met rietlanden langs rivierloop en strangen van de Oude Rijn, grasdijken met poelen (op een ekele plek veel krabbenscheer).
Ligging
Gelegen tussen Zutphen en Dieren. Landgoed Leusveld vormt samen met Landgoed Voorstonden en de Empese en Tondense Heide het Natura 2000-gebied Landgoederen Brummen. De landgoederen zijn goed in combinatie te bezoeken. Over de Empense en Tondense Heide loopt een wandelroute, deels over vlonders
Parkeren kan op de parkeerplaats bij Huis Leusveld aan de Rhiederensestraat te Brummen. Te voet is landgoed Leusveld bereikbaar vanaf de NS-stations Brummen en Zutphen (nog wel een flinke wandeling). Het Hanzestedenpad loopt vanaf deze stations langs alle mooie plekken op landgoed Leusveld en het nabijgelegen landgoed Voorstonden. Buurtbus 504 (Zutphen–Eerbeek) stopt bij Huis Voorstonden (maandag tot en met zaterdag).
Beschrijving
Sonsbeekpark en Zypendaal zijn 2 oude Arnhemse stadsparken en liggen vlak achter station Arnhem. De parken liggen aan elkaar geschakeld, gescheiden door een weg. Bijzonder zijn de oude Beuken en mooie laantjes. Verder zijn er grote waterpartijen en een oude Watermolen.
Soorten
In beide parken is een grote verscheidenheid aan bos- en stadsvogels te vinden. Zo kan je alle vier de Spechtensoorten aantreffen. Daarnaast huizen er IJsvogels, Knobbelzwanen,Groenlingen, Buizerd Matkop, Glanskop, Vuurgoudhaan en is er een heuse kolonie Blauwe reigers gevestigd.
Type
Stadspark met (oud) Beukenbos en gemengd loof- en naaldbos.
Ligging
Beide parken liggen noordelijk van het centrum net onder de Zijpsepoort door. Sonsbeekpark is vanaf het station lopend in vijf minuten te bereiken. Ook is er naast de ingang (betaalde) parkeergelegenheid.
Beschrijving
Tussen Terlet, Groenendaal en Hoog-Baarlo ligt een prachtig stuk bos en heide genaamd Deelerwoud. Dode Berken in een half open vlakte doemen op als je de driesprong nadert vanuit het zuiden. Je bent dan zonder het te weten al langs een stuk historie uit de tweede wereldoorlog gelopen. De Duitsers wilden van Terlet een militair vliegveld maken. Het hek aan je linkerzijde stamt uit die tijd en is nog een origineel overblijfsel. Aan je andere zijde hoor je in het voorjaar Boom- en Veldleeuweriken, Boom- en Graspiepers en Grauwe- en Bonte vliegenvangers zingen. Vaak foerageren Vinken en Keepen in mooie aantallen op de grond langs het pad. Daarna kun je plaatsnemen op het bankje op de viersprong. Een stukje in noordelijke richting ligt met een beetje mazzel een plasje water op het pad. Appelvinken, Gekraagde roodstaarten en Grote lijsters gebruiken het plasje vaak om te drinken. Eikenpage, Hazelworm en Lentevuurspin kun je ook zomaar tegen het lijf lopen. Op het heidevlak rechts daarvan scharrelen Grote lijsters rond en zitten Roodborsttapuiten op de uitkijk. Omhoog kijken kan zomaar een Raaf, Wespendief of Boomvalk opleveren.
Soorten
Het hele arsenaal aan bosvogels kun je hier aan je voorbij laten trekken. Kuifmees, Glanskop, Kleine- en Grote bonte specht, Gekraagde roodstaart, Boomklever, etcetera zijn hier goed te vinden. Zeldzaamheden als Draaihals, Bijeneter en zelfs Slangenarend zijn hier gezien. Tot voor kort kon je hier ook jaarlijks naartoe voor Wielewaal en Zomertortel. Helaas zit de verspreiding van deze soorten niet in de lift en zijn ze lastig geworden. Let op bij de poel achteraan tegen de bosrand op Vlinders, libellen en andere insecten. Verder vliegt er vaak een paar Raven over je heen en komen veel vogels daar drinken. Edelherten en reeën worden zeer regelmatig waargenomen.
Ligging
Kom je vanuit Arnhem met auto of fiets, rijd dan parallel aan de A50 richting Apeldoorn. Je slaat linksaf de N311 richting Schaarsbergen op. Na een kilometer sla je rechtsaf de N804 richting Hoog-Baarlo en Hoenderloo op. In de bocht tegenover het Vliegveld Deelen museum is een parkeerplaats vanwaar je je wandeling start.