NEWSFLASH:
Een Papegaaiduiker drijft in een slootje in Dordrecht, het was een stormachtige en natte maand, Postduif met een waarde van 1,25 miljoen euro heeft een eigen Bodyguard, drama in Christchurch (NZ) en Utrecht, winkelketen Coolcat vraagt faillissement aan terwijl Intertoys een doorstart maakt, 180 Konikpaarden verhuizen vanuit de Oostvaardersplassen naar Spanje en Wit-Rusland, acteur Luke Perry (Beverly Hills 90210) en zanger Keith Flint (Prodigy) overlijden en Wesley en Jolanthe gaan scheiden!
FENOLOGIE:
We beginnen dit overzicht met de fenologie lijst. Ik voeg het verschil in dagen toe ten opzichte van 2018 door middel van een + (aantal dagen eerder dan 2018) of een – (aantal dagen later dan 2018). Mocht er een soort als vroegste ooit zijn gemeld, dan is deze ZWART gekleurd. Een 0 houdt in dat de soort op exact dezelfde datum als in 2018 werd gemeld.
- Kluut 3 januari (+27)
- Lepelaar 3 januari (+37)
- Rode Wouw 7 januari (+21)
- Zwarte Roodstaart 17 januari (-10)
- Tureluur 23 januari (+20)
- Oeverloper 3 februari (+22)
- Tjiftjaf (zang) 15 februari (+27)
- Grutto 17 februari (+15)
- Kleine Plevier 24 februari (+13)
- Zwartkop (zang) 24 februari (+14)
- Bonte Strandloper 1 maart (+5)
- Bruine Kiekendief 2 maart (-49)
- Kemphaan 8 maart (-64)
- Boerenzwaluw 11 maart (+2)
- Oeverzwaluw 17 maart (+10)
- Zomertaling 19 maart (-8)
- Blauwborst 21 maart 0
- Gele Kwikstaart 22 maart (+3)
- Fitis 24 maart (+6)
- Porseleinhoen 24 maart (+17)
- Tapuit 29 maart (+4)
- Boompieper 30 maart 0
- Huiszwaluw 31 maart (+7)
Wat opvalt zijn de vele Plussen. Veel soorten zijn eerder waargenomen dan in 2018. Maar liefst 9 soorten hebben een record gevestigd, door hun aankomst tijd te verbeteren. De soort die het meest uit het oog springt, is het Porseleinhoen, die op zowel 24 als 29 maart, ’s nachts roepend over de wijk Rijkerswoerd in Arnhem vloog en is opgenomen op bandrecorder door onze “nachtopname-burgemeester” (J. van Bruggen).
De Bruine Kiekendief en de Kemphaan werden in 2018 al begin januari gemeld. Je kan stellen dat ze dit jaar een “normale” aankomsttijd hadden. De Roodborsttapuit en de Scholekster heb ik buiten beschouwing gelaten. Deze soorten worden al 5 jaar achtereen, overwinterend, vanaf begin januari gezien. Je kan dan niet meer echt spreken van typische zomervogels. Uiteraard wordt deze rubriek vervolgd in april en mei.
De maand zelf viel qua zeldzaamheden wat tegen. Er werden geen schokkende, nieuwe zeldzaamheden gevonden. Wel kreeg je de herkansing om zeldzame soorten uit januari, die je wellicht gemist had, alsnog te bekijken. Zo dreven er 2 Grote Zee-eenden op de Rhederlaag van 17 t/m 21 maart. Deze soort werd eerder alleen op Nieuwjaarsdag gezien. Ook de Dwerggans liet zich weer bekijken. Dit maal in het buitengebied van Olburgen, vlakbij het pontje naar Dieren op 24 maart. Kans dat dit dezelfde is als die van de Beimerwaard uti de vorige maanden is aanzienlijk. (B. Coenen). Tussen 2 en 6 maart kon je nog een redelijk aantal Kraanvogels over zien komen, met een laatste stuiptrekking tussen 23 en 26 maart. De 2 Kleine Zwanen (een adult en juveniel) verbleven de hele maand nog in de Kleine Gelderse Waard. Op 11 maart vlogen er 2 over de Meinerswijk (E. Vrieling). Alleen op 6 maart werden de eerder hier gemelde 3 Wilde Zwanen ook nog gezien (D. van Dorp). De 2 Geoorde Futen op de Rijkerswoerdse Plassen, bleven de gehele maand tot de 30e. Ze werden zelfs vergezeld door 5 andere exemplaren (maakt 7) op 23 maart. Deze stop-over bleef beperkt tot deze dag, daarna waren het weer 2 (R. Zweers).
Van de zeldzamere rovers werden er “maar” 3 Smellekens gezien, 18 Rode Wouwen (34 exx in maart 2018) uit 5 gebieden kwam de melding van 1 of 2 Zeearenden en op 16 maart werd er een Velduil gezien op een weidepaal in Homoet (F. Hustings). Tot 5x toe werd er een mogelijke Rouwkwikstaart gezien in onze regio. Van deze 5 kon er eentje met redelijke zekerheid als hybride Witte x Rouwkwikstaart de boeken in. Alleen mannetjes zijn met 100% zekerheid te determineren alszijnde Rouwkwik. De overige 4 exemplaren blijven voer voor discussie, aangezien het hier om vrouwelijke exemplaren ging. Er zwerven meer hybrides rond dan menigeen kan indenken en alleen met goede foto’s is er zekerheid te verkrijgen. Hoe complex de materie is kunt u bijvoorbeeld teruglezen via deze link. Https://www.dutchbirding.nl/journal/32/4 U kunt dan artikel downloaden waarin een stuk is bijgevoegd over deze soort.
De Cetti’s Zanger bleef in 4 gebieden standvastig zijn of haar territorium bezingen. Hiermee hebben zij zich voor het 2e jaar op rij gevestigd als broedvogel in onze regio. De eerste Hoempende Roerdomp werd op 8 maart gehoord in de Oude Rijn bij Aerdt (A. Geelhoed). Ook uit de Kleine Gelderse Waard, Waterrijk-Oost en bij het Berghoofdseveer werden baltsende vogels gehoord. Diverse IJslandse Grutto’s (een ondersoort van de Grutto) werden, met name, gezien in de Hondsbroekse Pleij en in Waterrijk-Oost.
En links en rechts in ons werkgebied werden er nog enkele Bokjes opgestoten.
Op 25 maart werd er nog een leuk groepje van 10 Kleine Barmsijzen gezien in de omgeving van de Koningsweg aan de rand van de Hoge Veluwe (R & J. Drost). Van zekere Grote Barmsijzen ontbrak sinds 24 februari ieder spoor tot nu toe, dus ook 0 nada zip in maart. Vanuit 2 gebieden kwam de melding door van de Zwartkopmeeuw: 19 maart een 2e kalenderjaar langs de IJssel bij Doesburg (M. Gal) en een dag later 2 exemplaren in Cortenoever, Brummen (M. Ruijs).
Tot slot maakte niemand zich druk om de exotische Rosse Fluiteend, die op 26 maart in Didam werd gezien (B. Noordhoek). Die is vast ontsnapt? Ook de Halsbandparkiet , gezien op 19 maart in Dieren ( W. Vermunt), zal weinig harten sneller hebben doen kloppen.
Totaal na Maart: 158 soorten in het werkgebied (+15)
Rouwkwikstaart en Purperreiger niet meegenomen in deze lijst.
Hopende op een verpletterende maand April, tot daarna 🙂
Uw verslaggever ter plaatse: Ronald Stolk