Bijzondere soorten in mei 2019

Newsflash:

Huilende kinderen bioscoop na horrorfilm ipv Pokemon, de Formule 1 komt volgend jaar naar Zandvoort, Ajax kampioen eredivisie, Botswana laat olifantenjacht weer toe, laatste mannetje Sumatraanse Neushoorn dood, 3 Siberische Tijgers geboren Beekse Bergen, premier May treedt af, het Frans Timmermans effect, Efteling past attractie aan, Doris Day, Chewbacca, Niki Lauda en de Grumpy Cat overlijden, zeldzame Monniksgier Hellendoorn trekt veel bekijks en Nederland wint het Eurovisie Songfestival na 44 jaar (is het lang geleden, is het lang geleden…).

FENOLOGIE:

Ik voeg het verschil in dagen toe ten opzichte van 2018 door middel van een + (aantal dagen eerder dan 2018) of een – (aantal dagen later dan 2018). Mocht er een soort als vroegste ooit zijn gemeld, dan is deze ZWART gekleurd. Een 0 houdt in dat de soort op exact dezelfde datum als in 2018 werd gemeld.

 

  • Spotvogel 3 mei   (+1)
  • Zomertortel 3 mei   (+4)
  • Bosrietzanger 4 mei   (0)
  • Wespendief 9 mei   (-2)
  • Wielewaal 10 mei (-7)
  • Grote Karekiet 11 mei (-8)
  • Nachtzwaluw 11 mei (-6)
  • Kwartelkoning 17 mei (-7)
  • Grauwe Klauwier 17 mei

 

Wat opvalt is dat het gros van dit lijstje later onze regio aandeed dan in 2018, een enkeling tot wel een week later. Wellicht speelde het mindere weer of de Noordenwind parten? Of bleven wij gewoon te veel binnen zitten?  Ik zal Erwin Kroll eens bellen 🙂

Zeldzame gasten:

Om maar meteen met GOED nieuws te beginnen; ons Zomertortel paartje heeft het overleefd en bezet weer een territorium in omgeving Bijland sinds 3 mei. Een 2e vogel werd gemeld in het nabij gelegen buitengebied van Lobith op 22 mei (G. Jenniskens). Maar het is nog niet geheel duidelijk of dit hetzelfde exemplaar betrof uit Bijland of een vogel uit het nabij gelegen Millingerwaard? Een Dwergstern vloog in de avond van 10 mei rondjes boven de Bijland (G. Jenniskens) het 10e geval voor onze regio.  Op 4 mei vlogen er 2 Noordse Sterns boven Doesburg (E. Lam). Zijn grote neef de Reuzenstern vloog op 12 mei boven Duiven (B. Coenen) en op 30 mei vlogen er 3 Bijeneters boven Cortenoever, Brummen (R. Karsenbarg).

Jaarlijkse kost:

Ieder jaar trekken er weer soorten door onze regio, die altijd leuke gespreksstof opleveren tijdens een willekeurig pauzemoment op school of op je werk. Zo kwamen er van de Noordse Kwikstaart meldingen terug uit 10 gebieden, waarvan de 21 exemplaren in Meinerswijk de grootste groep was (R. Wester). Zijn neef de Engelse Kwikstaart werd maar 1x opgemerkt en blijft daardoor een stuk zeldzamer namelijk op 5 mei Bergerden (G. Riekert). Ook van de Rouwkwikstaart kwam er 1 melding door; 4 mei in de Bijland (E. Witter). Een Zwarte Ooievaar (de enige van dit voorjaar) vloog op 24 mei boven de Kleine Geldrse Waard (E. lam) en Geoorde Futen verbleven op 10 mei in de Bijland en op 4 en 13 mei bij Drempt (M. Gal).

2 Kleine Zilverreigers vlogen op 22 mei boven de Kleine Gelderse waard (G. Jenniskens). Een Dwergmeeuw vloog op 5 mei boven de Bijland, een IJslandse Grutto verbleef tot 11 mei in Waterrijk-Oost, Kraanvogels werden nog gezien op 2 mei boven de Empense & Tondense Heide (Brunschot) en op 4 mei boven de Rijnstrangen (Hooymans). Een Draaihals zat in de Rosandse Polder op 1-0 mei (K. Van Oorde) en Purperreigers werden gezien op 7 mei bij Waterrijk-Oost (J. Meszaros), 24 mei Jezuietenwaay (W. van de Ham) en op 26 mei in hetzelfde stuk (B. Coenen). Tenslotte werd de Snor t/m 6 mei zingend gehoord in Waterrijk-Oost. Deze verbleef hier al sinds 20 april. Ook op 11 mei werd er kort een vogel gehoord bij het Berghoofdseveer en op 24 mei in het buitengebied van Babberich.

Move over Rover:

Er trokken in mei nog 7 Rode Wouwen door, 17 Zwarte Wouwen, 6 Smellekens, 9 Visarenden en 2 Grauwe Kiekendiefen: 9 mei Dal van Deelen (F. van de Ven) en op 15 mei Steenderen (V. de Boer).  Een  late Blauwe Kiekendief (adult man) vloog op 31 mei over Waterrijk-oost. (R. Abbenhuis).

 Steltjes hebben haast:

Als er 1 ding een feit is, dan is het dat de doortrek van steltlopers in een rap tempo plaats vindt in het voorjaar. Ze komen even naar de grond, eten wat en vliegen dan vaak weer door. Je moet dan op de juiste plaats op de juiste tijd zijn. Echt twitchbaar zijn ze dan vaak niet. De volgende lijst betreft allen de wat zeldzamere soorten die kortstondig ter plaatse waren. Een Kleine Strandloper werd op 11 mei gefotografeerd in Waterrijk-West (J. Hooymans). Steenlopers werden 2 x gemeld: op 10 mei op een eilandje op de Bijland (A. Boorsma) en op 12 mei in de Kleine Gelderse Waard (E. Ernens). Twee Kanoeten zaten kort langs de Rijn bij Heteren (J. Valkenburg) en 2 Drieteenstrandlopers zaten kortstondig dus in Waterrijk-Oost, voor het kijkscherm (H. Damen). In totaal 5 Zilverplevieren werden uit 3 gebieden gemeld: 12 en 21 mei Waterrijk-West (M. Riekert), 20 en 22 mei Kleine Gelderse Waard (D. van Dorp/G. Jenniskens & C. Klaassen) en 25 mei in het gebied De Park nabij Elst (E. Roze).  Uitzondering op deze regel betrof de Steltkluut. Hier werden 3 exemplaren  tussen 10 en 13 mei gezien in Waterrijk-Oost (B. van Gemert) en op 20 mei in Waterrijk-West (B. van Dam).  Deze waren prima vanaf de weg te bekijken. Ook de Temmincks Strandloper bleef wat langer hangen. Tussen 19 en 22 mei verbleven er 5 stuks in de Kleine Gelderse Waard (E. Ernens). Op 13 mei verbleven er 2 de gehele dag in Waterrijk-West (M. Riekert) en op 22 mei verbleef er 1 in de Bijland (G. Jenniskens). De geschiedenis leert ons dat vanaf augustus/september deze groep vogels vaak wat langer te bekijken zijn, als ze hun terugtocht naar hun overwinteringsgebieden aanvaarden en onderweg stoppen om op te vetten.

Zeldzame broeders:

Ieder jaar herbergt ons werkgebied ook de wat zeldzamere broedvogels of vogels die een poging tot broeden ondernemen. o.a Grauwe Klauwier, Kwartelkoning, Buidelmees, Steltkluut en Oehoe (3 jongen geboren en geringd op 30 mei) gedijen prima in ons werkgebied. Ook de Cetti’s Zanger gaat als een speer. Afgaande op wat ik kon lezen op Waarneming.nl (dus niet volgens de landelijke telregels), kwam ik tot 12 exemplaren uit 8 gebieden. Een verdubbeling ten opzichte van 2018. En er zijn nog zoveel meer potentiële gebieden  waar ze nog niet zijn gelokaliseerd, dus dat beloofd nog wat. Van het Porseleinhoen kwam er alleen op 5 mei een zichtmelding door uit waterrijk-Oost. Na de 6 baltsende mannetjes van 2018 heeft deze trend zich in 2019 dus niet doorgezet (nog). Kortsnavelboomkruipers werden alleen op 11 mei, Huis Voorstonden en op 14 mei, Rozendaalse Bos gemeld. Maar ik vermoed dat deze soort, na de massale toeloop in februari/maart, qua bezoekjes stokt omdat deze dan al op ieders jaarlijstje pronkt en men het daarbij laat. Grote Karekieten werden uit (nog) maar 3 gebieden gemeld: Oude Rijn, Aerdt (3 zingende mannetjes), Berghoofdseveer en t/m 18 mei in Waterrijk-oost.  In totaal 10 Kwartels werden uit 8 gebieden gehoord/gezien. De Rietzanger blijft met 15 exemplaren uit 12 gebieden toch een zeldzame verschijning en van de Wielewaal kwamen er 13 meldingen door waarvan 2 baltsende mannetjes in Hekenbroek bij Laag-Keppel. Of er nog gebieden bijkomen weten we pas na de maand juni. Dan maak ik de balans weer op, dus tot dan…

 

Groet Ronald Stolk.

 

Totalen soorten regio in 2019: 216 (+16)

 

p.s. Eenieder die tijdens het lezen van dit stuk “Dinge-Dong” zat mee te neuriën in zijn hoofd (ook al was het kortstondig) zeg ik…

GRAAG GEDAAN 🙂